Totaal ruptuur

Tijdens een bevalling kan de huid en/of het onderliggende weefsel van de vagina scheuren. Men spreekt dan van een ruptuur. Bij een totaalruptuur is ook de kringspier van de anus geheel of gedeeltelijk doorgescheurd. Bij ongeveer 2 procent van de bevallingen ontstaat een totaalruptuur. De kans is het grootst bij de eerste bevalling.

Er zijn een aantal risicofactoren voor een (sub)totaalruptuur bekend:

  • Hoog geboortegewicht van de baby (>4kg)

  • Langdurig persen.

  • Kunstverlossingen (tang, vacuümpomp).

  • Afwijkende positie van het hoofd van de baby (bijv kruinligging)

  • Schouderdystocie ( de baby zit klem met zijn schouder)


Wat voor klachten kun je na de (sub) totaal ruptuur hebben.

Het wondgebied kan na de bevalling en het hechten gevoelig, branderig of stekend aanvoelen. Vaak ontstaat zwelling in het perineum (huidgebied tussen vagina en anus) waar gehecht is. Dit veroorzaakt soms een trekkende pijn.  Een verminderd gevoel in de bekkenbodem is mogelijk. Het plasgevoel kan veranderd zijn, je weet dan niet wanneer je klaar bent met plassen of er kan sprake zijn van het ontsnappen van windjes, ontlasting en/of urine. 


Wat je zelf kan doen voor herstel

De eerste weken zijn belangrijk voor het herstel.

  • Luister naar je lichaam. De eerste dagen na de bevalling hebben zowel het bekken als de bekkenbodem rust nodig. Probeer regelmatig liggend te rusten, afgewisseld met stukjes lopen en zitten. Sta niet te lang achter elkaar.

  • Plassen kan minder branderig aanvoelen als je tegelijkertijd spoelt met lauwwarm water.

  • Drink 1,5 tot 2 liter vocht per dag.

  • Ga bij aandrang voor ontlasting naar toilet. Zorg voor soepele ontlasting zodat je niet hoeft te persen. Gebruik indien nodig zakjes voor de stoelgang.

  • Bij pijn in het perineumgebied kan het fijn voelen om een ijskompres te gebruiken voor maximaal 15-20 min per keer (bevroren kraamverband bijv, maar niet rechtstreeks op de huid)

  • Zitten op een harde stoel met zacht kussentje kan druk tegen de onderkant geven waardoor de bekkenbodem steun krijgt en niet gerekt wordt. (ga niet op een zwembandje zitten)

  • Spoel de wond met warm water en dep zachtjes droog.

  • Vermijd onnodige drukverhoging in je buik. Zorg dat je in de eerste weken niet te zwaar tilt (je kindje natuurlijk wel) of duwt of trekt. Je wil het litteken tijd geven om te herstellen.


Het herstel duurt meestal vier tot zes weken, maar kan oplopen tot een half jaar. Bekkenbodemoefeningen kunnen helpen om de spieren van de bekkenbodem weer steviger te maken. Je kunt hiermee beginnen zodra de wond niet of nauwelijks meer pijnlijk is (ongeveer na 2-6 weken). Heb je geen of een beperkt idee wat je met je bekkenbodemspieren kan, of houd je klachten van ongewild verlies van windjes, ontlasting en/of heb je problemen met het ophouden van je urine, dan helpen we je graag bij Bekkenfysiotherapie 072.


Tijdens een bevalling kan de huid en/of het onderliggende weefsel van de vagina scheuren. Men spreekt dan van een ruptuur. Bij een totaalruptuur is ook de kringspier van de anus geheel of gedeeltelijk doorgescheurd. Bij ongeveer 2 procent van de bevallingen ontstaat een totaalruptuur. De kans is het grootst bij de eerste bevalling.

Er zijn een aantal risicofactoren voor een (sub)totaalruptuur bekend:

  • Hoog geboortegewicht van de baby (>4kg)

  • Langdurig persen.

  • Kunstverlossingen (tang, vacuümpomp).

  • Afwijkende positie van het hoofd van de baby (bijv kruinligging)

  • Schouderdystocie ( de baby zit klem met zijn schouder)


Wat voor klachten kun je na de (sub) totaal ruptuur hebben.

Het wondgebied kan na de bevalling en het hechten gevoelig, branderig of stekend aanvoelen. Vaak ontstaat zwelling in het perineum (huidgebied tussen vagina en anus) waar gehecht is. Dit veroorzaakt soms een trekkende pijn.  Een verminderd gevoel in de bekkenbodem is mogelijk. Het plasgevoel kan veranderd zijn, je weet dan niet wanneer je klaar bent met plassen of er kan sprake zijn van het ontsnappen van windjes, ontlasting en/of urine. 


Wat je zelf kan doen voor herstel

De eerste weken zijn belangrijk voor het herstel.

  • Luister naar je lichaam. De eerste dagen na de bevalling hebben zowel het bekken als de bekkenbodem rust nodig. Probeer regelmatig liggend te rusten, afgewisseld met stukjes lopen en zitten. Sta niet te lang achter elkaar.

  • Plassen kan minder branderig aanvoelen als je tegelijkertijd spoelt met lauwwarm water.

  • Drink 1,5 tot 2 liter vocht per dag.

  • Ga bij aandrang voor ontlasting naar toilet. Zorg voor soepele ontlasting zodat je niet hoeft te persen. Gebruik indien nodig zakjes voor de stoelgang.

  • Bij pijn in het perineumgebied kan het fijn voelen om een ijskompres te gebruiken voor maximaal 15-20 min per keer (bevroren kraamverband bijv, maar niet rechtstreeks op de huid)

  • Zitten op een harde stoel met zacht kussentje kan druk tegen de onderkant geven waardoor de bekkenbodem steun krijgt en niet gerekt wordt. (ga niet op een zwembandje zitten)

  • Spoel de wond met warm water en dep zachtjes droog.

  • Vermijd onnodige drukverhoging in je buik. Zorg dat je in de eerste weken niet te zwaar tilt (je kindje natuurlijk wel) of duwt of trekt. Je wil het litteken tijd geven om te herstellen.


Het herstel duurt meestal vier tot zes weken, maar kan oplopen tot een half jaar. Bekkenbodemoefeningen kunnen helpen om de spieren van de bekkenbodem weer steviger te maken. Je kunt hiermee beginnen zodra de wond niet of nauwelijks meer pijnlijk is (ongeveer na 2-6 weken). Heb je geen of een beperkt idee wat je met je bekkenbodemspieren kan, of houd je klachten van ongewild verlies van windjes, ontlasting en/of heb je problemen met het ophouden van je urine, dan helpen we je graag bij Bekkenfysiotherapie 072.