Ontlastingsverlies kan op verschillende manieren voorkomen: 

• Het niet tegen kunnen houden van windjes als je ze niet wilt laten.

• Vegen ontlasting in het ondergoed (remsporen).

• Verlies van harde of zachte ontlasting bij aandrang.

• Verlies van harde of zachte ontlasting zomaar zonder dat je het merkt.

Bij ontlastingsverlies speelt er vaak een combinatie van factoren die zorgen dat er geen controle meer is over het ophouden van ontlasting. Eén factor is het onvermogen om de buitenste anale kringspier voldoende aan te spannen. Een andere factor is de consistentie van de ontlasting, deze kan veel dunner zijn dan normaal. De kringspier kan beschadigd zijn door bijvoorbeeld langdurige obstipatie en persen, verslapping bijvoorbeeld bij het ouder worden, of beschadiging na een operatie in het gebied van de anus.

Er kan ook ontlastingsverlies optreden door het niet goed ledigen van de endeldarm waardoor er ontlasting achterblijft die je vervolgens bij de dagelijkse activiteiten verliest zonder dat je het merkt. Of door het ophopen van ontlasting in de darmen (obstipatie) waardoor de darm toch om een bepaalde tijd wil ledigen en dit doet met dunne ontlasting die je niet goed op kan houden, we noemen dit overloopdiarree.