Verzakkingsklachten

In ons bekken bevinden zich de blaas, de darmen en de baarmoeder. Deze organen worden ondersteund door de bekkenbodemspieren en de steunweefsels rondom deze organen. Bij onvoldoende werking van de bekkenbodemspieren en het steunweefsel kunnen de blaas, de darmen en de baarmoeder naar beneden zakken en kunnen er verzakkingsklachten ontstaan.


De klachten die passen bij een verzakking:

  • Een zwaar of drukkend gevoel bij de vagina en/of anus

  • Een voelbaar of zichtbaar balletje uit de vagina

  • Plasklachten zoals moeite met uitplassen, vaak plassen of terugkerende blaasontstekingen

  • Problemen met ontlasten zoals loze aandrang, moeizame ontlasting, geen volledige lediging, geen controle over windjes en/of ongewild verlies van ontlasting

  • Rug- of onderbuik klachten

  • Klachten bij vrijen

 

Een bevalling belast de bekkenbodem flink. Zeker als je lang hebt moeten persen of als je kindje meer dan 4 kg woog. Ook de kwaliteit van je bindweefsel speelt een rol. Veel vrouwen ervaren in de periode na de bevalling een zwaar of drukkend gevoel aan de onderkant. Vaak verdwijnen deze klachten in het eerste jaar na de geboorte.


Er zijn dingen die je kan doen om je herstel te bevorderen, dat begint al voor de bevalling:

  • Train je bekkenbodem: sterke en flexibele bekkenbodemspieren helpen je beter herstellen na de bevalling.

  • Let op je houding en ademhaling: een rechte houding en een diepe buikademhaling helpen onnodige druk op de bekkenbodem te voorkomen. Dit is belangrijk tijdens dagelijkse activiteiten, maar ook tijdens de bevalling zelf.

  • Voorkom obstipatie en overbelasting: persen bij de ontlasting kan de bekkenbodem verzwakken. Zorg voor een vezelrijk dieet, voldoende water en beweging. Span je bekkenbodem licht aan bij hoesten, tillen of niezen om extra belasting te verminderen.


Dit kun je na de bevalling doen:

  • Gun je bekkenbodem rust: vermijd zwaar tillen en langdurig staan in de eerste weken. Regelmatig platliggen helpt om de druk op de bekkenbodem te verminderen.

  • Start voorzichtig met bekkenbodemoefeningen: begin met lichte aanspanningen zodra het comfortabel voelt. Na zes weken kun je dit uitbreiden.

  • Versterk de spieren rondom je bekken: de bil-, heup- en rugspieren, maar ook de onderbuik.

  • Voorkom obstipatie en onnodige druk: blijf vezelrijk eten, drink voldoende en gebruik een voetenbankje bij het toilet om persen te voorkomen.

  • Zorg voor een juiste plas- en ontlastingshouding.

  • Bouw fysieke inspanning langzaam op: wacht met sporten met veel impact, zoals hardlopen en springen. Begin met lichte beweging zoals wandelen en breid dit langzaam uit.

 

In ons bekken bevinden zich de blaas, de darmen en de baarmoeder. Deze organen worden ondersteund door de bekkenbodemspieren en de steunweefsels rondom deze organen. Bij onvoldoende werking van de bekkenbodemspieren en het steunweefsel kunnen de blaas, de darmen en de baarmoeder naar beneden zakken en kunnen er verzakkingsklachten ontstaan.


De klachten die passen bij een verzakking:

  • Een zwaar of drukkend gevoel bij de vagina en/of anus

  • Een voelbaar of zichtbaar balletje uit de vagina

  • Plasklachten zoals moeite met uitplassen, vaak plassen of terugkerende blaasontstekingen

  • Problemen met ontlasten zoals loze aandrang, moeizame ontlasting, geen volledige lediging, geen controle over windjes en/of ongewild verlies van ontlasting

  • Rug- of onderbuik klachten

  • Klachten bij vrijen

 

Een bevalling belast de bekkenbodem flink. Zeker als je lang hebt moeten persen of als je kindje meer dan 4 kg woog. Ook de kwaliteit van je bindweefsel speelt een rol. Veel vrouwen ervaren in de periode na de bevalling een zwaar of drukkend gevoel aan de onderkant. Vaak verdwijnen deze klachten in het eerste jaar na de geboorte.


Er zijn dingen die je kan doen om je herstel te bevorderen, dat begint al voor de bevalling:

  • Train je bekkenbodem: sterke en flexibele bekkenbodemspieren helpen je beter herstellen na de bevalling.

  • Let op je houding en ademhaling: een rechte houding en een diepe buikademhaling helpen onnodige druk op de bekkenbodem te voorkomen. Dit is belangrijk tijdens dagelijkse activiteiten, maar ook tijdens de bevalling zelf.

  • Voorkom obstipatie en overbelasting: persen bij de ontlasting kan de bekkenbodem verzwakken. Zorg voor een vezelrijk dieet, voldoende water en beweging. Span je bekkenbodem licht aan bij hoesten, tillen of niezen om extra belasting te verminderen.


Dit kun je na de bevalling doen:

  • Gun je bekkenbodem rust: vermijd zwaar tillen en langdurig staan in de eerste weken. Regelmatig platliggen helpt om de druk op de bekkenbodem te verminderen.

  • Start voorzichtig met bekkenbodemoefeningen: begin met lichte aanspanningen zodra het comfortabel voelt. Na zes weken kun je dit uitbreiden.

  • Versterk de spieren rondom je bekken: de bil-, heup- en rugspieren, maar ook de onderbuik.

  • Voorkom obstipatie en onnodige druk: blijf vezelrijk eten, drink voldoende en gebruik een voetenbankje bij het toilet om persen te voorkomen.

  • Zorg voor een juiste plas- en ontlastingshouding.

  • Bouw fysieke inspanning langzaam op: wacht met sporten met veel impact, zoals hardlopen en springen. Begin met lichte beweging zoals wandelen en breid dit langzaam uit.